In de prachtige collectie van Beeld en Geluid zag ik een merkwaardig filmpje. “Goenoeng Mas” heet het, datering 1928. Wilt u het zien, klik dan hier.
Ik zocht in de collectie naar zeebaboes. Tevergeefs, en gek genoeg stemde me dat tevreden. Zo onzichtbaar zijn ze kennelijk in het grote geschiedenisverhaal, dat ze niet opgemerkt konden worden. Het is een kwestie van kijken. En zoeken. En blijven zoeken. Dit filmpje had een verrassing voor me.
Iets na de vierde minuut begint het. Een groep Indonesische mannen komt aan boord en begroet een Europese man. Een aantal van deze mannen is djongossen, vermoed ik. Ze genoten destijds aanzien in hun vak, ze werkten in de bediening aan boord. Een is vermoedelijk de mandoer (toezichthouder) hij straalt meer gezag uit:
We zien een verschil tussen de mannen onderling. Zouden zij ook passagiers zijn geweest? De toelichting ontbreekt. Wel staat er dat het de reis naar Holland betreft. In 1928 kunnen zij ook student zijn geweest. Het blijft gissen.
Met en na deze mannen komen Indonesische vrouwen, iemand met een kind op haar armen:
En ik dacht: daar zijn de zeebaboes. Het kind ziet er Europeser uit dan zijzelf, mogelijk droeg ze er de zorg voor. Hoe zij heette en waar zij vandaan kwam, is onbekend. Dat is het lot van deze vrouwen: ze waren er, ze werkten, maar echt gezien als persoon werden ze niet. In de multiculturele samenleving aan boord moeten ze wijzer zijn geweest dan menige Europese passagier. Maar wellicht viel dat de passagiers destijds niet zo op.